Woordenboek

Pensioen

De wettelijke pensioenleeftijd ligt in België op 65 jaar. De pensioenleeftijd wordt geleidelijk aan opgetrokken naar 67 jaar. Je kan onder bepaalde voorwaarden ook vroeger op pensioen. Het bedrag van je pensioen wordt berekend op basis van je inkomsten, de duur van je loopbaan, de loopbaanbreuk en de gelijkgestelde periodes van inactiviteit. Het wordt indien nodig aangevuld tot het minimumpensioen. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een minimuminkomen voor 65-plussers die niet over voldoende financiële middelen beschikken. Het overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden.

Wil je meer informatie? Zoek via de infofiche naar de juiste dienst.


Infofiche: Pensioen,  Sociale voordelen - financieel


Persoonlijke-assistentiebudget of PAB

Met een persoonlijk assistentiebudget (PAB) kun je assistentie voor je kind met een handicap organiseren en financieren voor thuis of op school. Een PAB is er enkel voor minderjarigen. Meerderjarigen vragen een Persoonsvolgend Budget (PVB) aan.

Met het PAB werf je assistenten aan. Je wordt dus werkgever. Je assistenten voeren allerlei taken voor je uit en helpen je bij de organisatie van je dagelijkse leven. De aanvraagprocedure voor een PAB verloopt via de Afdeling Continuïteit en toegang (ACT). Lees meer over de volledige aanvraagprocedure op de website van het VAPH. 


Tip: Kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar met snel degeneratieve aandoeningen hebben, gezien de evolutie van hun ziekte, sneller bijstand nodig. Daarom kunnen zij via een spoedprocedure onmiddellijk een PAB toegekend krijgen. 


Infofiche: Aanvraag VAPH-budget


Persoonsvolgend Budget of PVB 

Het persoonsvolgend budget (PVB) is de tweede trap van de persoonsvolgende financiering (PVF). Je vraagt pas een PVB aan als het zorgbudget (vroeger BOB) onvoldoende is of als je meer gespecialiseerde hulp (niet-rechtstreeks toegankelijke hulp) nodig hebt. Een PVB is een budget op maat voor meerderjarigen met een handicap en een intensieve ondersteuningsnood. Met dat budget kun je niet-rechtstreeks toegankelijke hulp inkopen en je krijgt het voor de rest van je leven. Het bedrag varieert afhankelijk van je noden en je kunt het op verschillende manieren besteden (cash/voucher/combinatie).

Hoe vraag je een PVB aan?

  1. Om een PVB aan te vragen, moet je een ondersteuningsplan (OP PVB) indienen. Dat plan brengt jouw ondersteuningsnood in kaart. Voor hulp bij je plan kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds, de dienst Ondersteuningsplan of een gebruikersorganisatie.
  2. Een erkend multidisciplinair team (MDT) baseert zich daarna op jouw OP PVB en gaat na welke hulp je objectief gezien nodig hebt via een zorgzwaartemeting. Het MDT bepaalt welk budget je daarvoor moet krijgen en bekijkt samen met jou hoe dringend je vraag is. 
  3. Na goedkeuring van het PVB kom je op een wachtlijst en gaat een prioriteitencommissie na hoe dringend jouw vraag is. Hoe dringender, hoe sneller je het budget zult krijgen. Het VAPH kent je een budget toe op basis van je ondersteuningsplan en de zorgzwaartemeting.
  4. Je ontvangt een terbeschikkingsstellingsbrief van het VAPH. Je krijgt 4 maanden de tijd om te starten met je ondersteuning. Voor hulp bij de opstart kun je terecht bij een bijstandsorganisatie

Let op! Kreeg je een terbeschikkingsstellingsbrief? Ga meteen aan de slag met je budget, want na 4 maanden vervalt mogelijks je toekenning!


Tip: Meer info en filmpjes over hoe je een PVB kunt aanvragen en besteden vind je op de website van VAPH.


Infofiche: Info, advies en bemiddelingAanvraag budget VAPH

 


Persoonsvolgende financiering of PVF

Via de persoonsvolgende financiering (PVF) kan elke persoon met een erkende handicap én een vastgestelde ondersteuningsnood over een budget beschikken. PVF bestaat uit twee trappen.

  1. Trap 1: Je hebt voldoende aan handicapspecifieke ondersteuning via rechtstreeks toegankelijke hulp. Sommige mensen ontvangen een zorgbudget (vroeger: basisondersteuningsbudget of BOB)  om die ondersteuning te betalen (als je een erkende handicap hebt en een vastgestelde ondersteuning nodig hebt). Dit vast maandelijks bedrag van 300 euro mag je vrij besteden.
  2. Trap 2: Als de reguliere ondersteuning niet volstaat, kun je een Persoonsvolgend budget (PVB) aanvragen om ondersteuning en zorg te betalen en zelf te organiseren. Het bedrag dat je krijgt (cash of via een voucher of een combinatie van beide), varieert van 10.000 tot 85.000 euro per jaar, afhankelijk van je noden en je kunt het op verschillende manieren besteden. 

Let op! Voor minderjarigen is er nog geen tweede trap van persoonsvolgende financiering. Dit wordt voorbereid. In tussentijd, als het BOB onvoldoende is, kun je als minderjarige jeugdhulp van het VAPH aanvragen via de intersectorale toegangspoort (ITP).


Let op: Met je budget kun je zorg aankopen. Voor je leefkosten bestaan er tegemoetkomingen.


Infofiche: Aanvraag VAPH-budget


POS-statuut

Sinds het Decreet Integrale Jeugdhulp (2014) wordt de term Problematische Opvoedingssituatie (POS) niet langer gebruikt. We spreken nu van een Verontrustende Opvoedingssituatie (VOS).


Infofiche: JeugdbeschermingVerontrustende opvoedingssituatieGemeenschapsinstelling


Precaire verblijfssituatie

Mensen die in een precaire verblijfssituatie leven, beschikken slechts over een tijdelijke of helemaal geen verblijfstitel. Zij weten niet met zekerheid hoe lang en/of ze zich blijvend in België mogen vestigen. Het 'precaire' slaat op de onzekerheid van de verblijfssituatie. Gezinnen die niet-legaal in Gent verblijven, kunnen niet door alle diensten worden geholpen. Voor gezinnen in precaire verblijfssituatie biedt Eerstelijnszone Gent daarom de website Wegwijs in Gent aan. Het is een hulpmiddel om de begeleiding van gezinnen in precaire verblijfssituatie over organisaties heen vlotter te laten verlopen. Zowel professionele als vrijwillige hulpverleners kunnen er terecht voor ondersteuning in het werken met deze doelgroep. 


Infofiche: Verblijfsituatie mensen met een migratieachtergrondOnthaal onzeker verblijf(OCMW), Onthaal onzeker verblijf (CAW)


Prioriteitengroep

Er zijn drie prioriteitengroepen bij de toewijzing van een persoonsgebonden budget voor mensen met een beperking. Alle aanvragen worden door een speciale commissie (de regionale prioriteitencommissie RPC) beoordeeld op prioriteit en ondergebracht in een van drie prioriteitengroepen. Bij het bepalen van de prioriteit speelt de dringendheid van de vraag een doorslaggevende rol. Daarnaast houdt men ook rekening met de mate waarin je netwerk vandaag of in het verleden zelf al heel wat ondersteuning opnam. Binnen elk van de drie prioriteitengroepen ordent men elke vraag chronologisch. Dus, ook de datum waarop je de vraag stelde is van belang.

Er is budget voorzien voor mensen uit alle prioriteitengroepen, om iedereen een perspectief te bieden. Het macrobudget is verdeeld over de drie groepen waarbij er procentueel een groter deel voorzien is voor de eerste groep, zodat zij sneller aan bod zullen komen. Toch hebben ook mensen uit prioriteitengroep 3 (lage prioriteit) perspectief en kunnen ze niet langer eindeloos ‘voorbij gestoken’ worden door meer prioritair beoordeelde dossiers.


Let op: Sommige vragen krijgen absolute voorrang: bijvoorbeeld vragen van personen in een noodsituatie, vragen van personen met een uiterst snel evoluerende aandoening, vragen van jongvolwassenen die de overgang van minder- naar meerderjarigenzorg maken.


Infofiche: Aanvraag VAPH-budget


Pro-Deoadvocaat

Een 'pro- Deoadvocaat' zal je kosteloos of aan een verminderd tarief ondersteunen bij de behandeling van je complexere juridische vragen. (bv de opstelling van een brief gericht naar je schuldeisers of je bijstaan in de rechtbank, ...). Of je recht hebt op deze tweedelijns rechtbijstand en aan welk tarief hangt af van je inkomen (of het inkomen van je gezin). Een pro-Deoadvocaat vraag je aan bij het Bureau Juridische Bijstand


Infofiche: Rechtsbijstand


Psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT)

Een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) biedt begeleiding en verzorging aan mensen met een gestabiliseerd, chronisch psychische problemen (soms ook mét een mentale beperking).  Ze hebben geen nood meer aan opname en verzorging in een (psychiatrisch) ziekenhuis, maar kunnen (nog niet) zelfstandig wonen. 

Voor een aantal bewoners is het PVT een definitieve verblijfsplaats. Voor anderen is een PVT een tussenstap naar meer zelfstandig wonen, in bijvoorbeeld een initiatief beschut wonen.


Infofiche: Psychiatrische Verzorgingstehuizen VolwassenenPsychiatrische verzorgingstehuizen Ouderen


Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Een jongere die een probleem heeft en daar niet meteen zelf een oplossing voor vindt, moet vlot terechtkunnen in de jeugdhulp. Daarvoor bestaan verschillende vormen van rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp.

 Zowel jongeren als ouders kunnen terecht bij de brede instap van:

Soms is meer nodig en wordt een beroep gedaan op diensten zoals bijvoorbeeld  een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en een Dienst Ondersteuningsplan.

Wat al deze organisaties gemeen hebben is dat ze rechtstreeks toegankelijk zijn. Minderjarigen en hun ouders kunnen er meteen terecht.


Infofiche: Hulpverlening kinderen en jongeren


Redelijke aanpassing

Een redelijke aanpassing is een concrete maatregel om obstakels weg te nemen die een persoon met een handicap verhinderen om een job uit te oefenen, toegang te krijgen tot een woning of activiteit, gebruik te maken van een dienst of een plaats in de school van je keuze.

Het weigeren van een redelijke aanpassing aan mensen met een beperking kan een vorm van discriminatie zijn. Bijvoorbeeld: de installatie van een hellend vlak aan de ingang van een woning weigeren terwijl de kosten kunnen worden gecompenseerd door een financiële tegemoetkoming van de overheid.


Infofiche: Redelijke aanpassingen op schoolRedelijke aanpassingen op de huisvestingsmarktDiscriminatie mensen met een beperking 


Referentieadres

Wanneer je in een woonwagen, garage of op straat woont kan je geen post ontvangen, loop je belangrijke brieven mis en dreig je na ongeveer 6 maanden ambtshalve geschrapt te worden uit het bevolkingsregister. Een referentieadres geldt als een officieel adres en zorgt ervoor dat je bereikbaar bent voor officiële instanties. Het referentieadres maakt het mogelijk dat je uitkeringen ontvangt die een officiële woonplaats als voorwaarde stellen (bv. kinderbijslag, werkloosheidsvergoeding). 

Als je een referentieadres vraagt, dan verblijf je dus niet op dit adres, maar ben je zonder vaste verblijfplaats. De persoon die jouw inschrijving aanvaardt op zijn adres verbindt zich ertoe al jouw post of administratieve documenten te laten toekomen. Je kan een referentieadres zetten bij familie, vrienden, kennissen, ... of bij het OCMW Gent in je buurt.  Meer info vind je hier


Tip: Voorkom ambtshalve schrapping door bij een verhuis je adreswijziging door te geven of vraag als dakloze een referentieadres aan bij het OCMW. 


Let op: Ook zonder referentieadres heb je recht op een leefloon. Personen die illegaal in België verblijven, hebben geen recht op een referentieadres. 


InfoficheOCMWInfopunten Stad Gent


Referentiehuurder (voor een sociale woning)

Sinds 1 januari 2020 wordt er een onderscheid gemaakt tussen (referentie)huurders en bijwoners voor de inschrijvings- en toewijzingsvoorwaarden voor een sociale woning. Alleen de toekomstige huurders moeten aan deze voorwaarden voldoen.

Wie is huurder?  

  • de persoon die zich inschrijft
  • de persoon die gehuwd is, wettelijk samenwoont of de feitelijke partner is van de persoon die zich inschrijft én die bij aanvang van de huurovereenkomst mee in de sociale woning komt wonen.

Er kunnen maximum 2 personen als huurders beschouwd worden. Zij moeten voldoen aan alle inschrijving- en toelatingsvoorwaarden, ondertekenen de huurovereenkomst en zijn verantwoordelijk voor de personen die bij hen inwonen (= de bijwoners).

De sociaal verhuurder kijkt niet meer naar het inkomen van de referentiehuurder van 3 jaar terug, maar naar het meest recente aanslagbiljet.

Wie is bijwoner?

Alle andere personen die in de sociale huurwoning wonen, zijn bijwoners (bijvoorbeeld werkende kinderen of inwonende (groot)ouders-, ...). Zij moeten de huurovereenkomst niet tekenen noch voldoen aan de voorwaarden om er te verblijven. De huurders zijn verantwoordelijk voor de personen die bij hen inwonen.

Inkomens van bijwoners worden NIET meegeteld bij inschrijving en toewijzing, maar WEL voor wat betreft de bepaling van de huurprijs (met uitzondering van de meerderjarige bijwoner waarvoor kinderbijslag genoten wordt).


Infofiche: WoonmaatschappijSociaal VerhuurkantoorSociale leningen


Remgeld

Als je ziek bent en je gaat op consultatie bij de dokter, krijg je van je dokter een getuigschrift van verstrekte hulp. Dit getuigschrift moet je aan je ziekenfonds of de hulpkas bezorgen. Je ziekenfonds betaalt je dan een deel terug van het bedrag dat je dokter aanrekende. Het deel dat je wel zelf moet betalen (+/- 25 %) is het remgeld of persoonlijk aandeel. Met de derdebetalersregeling betaal je aan de zorgverlener enkel het remgeld. Mensen met een laag inkomen hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorg. Soms krijg je alles terugbetaald en betaal je dus geen remgeld.  Wie een globaal medisch dossier laat bijhouden door de huisarts, betaalt 30% minder remgeld voor consultaties.


Tip: Ga naar de huisarts in plaats van naar de specialist. Vaak ben je daar voldoende geholpen en je betaalt minder remgeld.


Let op: Dien je getuigschriften meteen in bij je ziekenfonds. Na 2 jaar zijn ze verjaard en kunnen ze niet meer worden terugbetaald. Tijdig indienen is ook belangrijk voor een correcte berekening van de maximumfactuur.


Infofiche: ZiekenfondsSociale voordelen gezondheid, Eerstelijnsgezondheidszorg


Residentieel woonwagenterrein

Er is één stedelijk woonwagenterrein in Gent, dat beheerd wordt door het OCMW Gent. Het woonwagenterrein Vosmeers is uitsluitend voor woonwagenbewoners die legaal in België verblijven en die naar traditie wonen of woonden in een woonwagen, of van wie de ouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven.


InfoficheWoonwagenbewoners en voyageurs


Residentiële diensten

In tegenstelling tot ambulante diensten, verblijf je als patiënt/cliënt/zorgvrager wel in de voorziening waar je geholpen wordt. Het meest bekende voorbeeld is een ziekenhuisopname. Je verblijft niet langer in je eigen leefomgeving, maar leeft dag en nacht in de accomodatie van de dienst.  Je verblijf kan variëren van enkele dagen per week tot de hele week en voor een korte of langere periode.


Infofiche: ZiekenhuizenResidentiële geestelijke gezondheidszorgVerblijf voor volwassenen met een beperkingVerblijf voor kinderen en jongeren met een beperking


Respijtzorg

Respijtzorg biedt mantelzorgers de mogelijkheid hun zorgtaken tijdelijk aan een ander over te dragen. Zodat je even tijd voor jezelf hebt en de zorg beter kan volhouden. Diensten voor gezinszorg en thuisverpleging, een oppas, dagopvang, kortverblijf... kunnen tijdelijk de zorg van je overnemen. Je kan bij de dienst maatschappelijk werk van je ziekenfonds terecht voor gratis advies over hoe je zulke diensten kan inschakelen.

Respijtzorg of vervangende zorg kun je ook betalen met je Persoonsvolgend Budget.


Tip: Wil je eens stoom aflaten of heb je nood aan steun. Neem contact op met een mantelzorgvereniging of zelfhulpgroep. Naast een luisterend oor bieden zij hulp om er weer bovenop te geraken. ​


Infofiche: Diensten Gezinszorg, Thuisverpleging, Oppas- en gezelschapsdiensten, Dagopvang, Kortverblijf


Revalidatie

Revalidatie betekent 'herstel'.  Meestal is het van toepassing na een ongeval of medische ingreep zoals een operatie. Het revalidatieproces kan behoorlijk ingewikkeld zijn, en zowel lichamelijk als psychisch belastend zijn. Je kan residentieel (met overnachting) of ambulant (enkel overdag) revalideren in een gespecialiseerd revalidatieziekenhuis of revalidatiecentrum. 


Tip: Heb je een verzekering? Voor of aan het begin van de opname, informeer je best bij deze verzekering wat de mogelijke tussenkomsten zijn. Zo weet je waar je staat op financieel vlak.


Infofiche: Revalidatiecentra


Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)

De RVA beslist of iemand al dan niet recht heeft op een werkloosheidsuitkering. Ze behandelen er de dossiers die ze krijgen van de vakbonden of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen en betalen de goedgekeurde uitkeringen uit aan deze uitbetalingsinstellingen die ze op hun buurt overmaken aan de aanvragers.

De uitbetalingsinstellingen zijn tussenschakels die de communicatie opnemen tussen de aanvrager en de RVA. 


Tip: Ontdek op de website van de RVA de informatie voor burgers over werkloosheid, tewerkstelling, loopbaanonderbreking, verloven, ... 


Infofiche: WerkzoekendenUitbetalingsinstellingenWerkloosheidsuitkering


RVT-bedden en ROB-bedden

Het overgrote deel van de woonzorgcentra is erkend als RVT (Rust- en verzorgingstehuis). Dat wil zeggen dat er in een woonzorgcentrum ook plaatsen beschikbaar zijn voor de opvang van zwaar zorgbehoevende ouderen. Deze plaatsen worden aangeduid als RVT-bedden. Voor deze plaatsen krijgt het woonzorgcentrum een hogere tussenkomst van het RIZIV. De andere opvangplaatsen in een woonzorgcentrum krijgen door het RIZIV de omschrijving 'bedden Rustoorden voor Bejaarden' of ROB-bedden. De ziekteverzekering zorgt voor een tussenkomst in een deel van de kosten van verzorging van de bewoners in rustoorden.


Tip: Je ziekenfonds betaalt de tussenkomst van het RIZIV rechtstreeks aan het rustoord. 


InfoficheWoonzorgcentra 


Fout gezien?

Contacteer ons via info@socialekaartvangent.be om fouten of suggesties door te geven. Vermeld in je mail zeker over welke pagina het gaat.